-
1 deze keer
-
2 ik hoop dat mijn nummer deze keer wint
ik hoop dat mijn nummer deze keer wintVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik hoop dat mijn nummer deze keer wint
-
3 voor deze keer
for the nonce -
4 keer
1 [maal] time2 [wending] turn♦voorbeelden:het is de eerste keer dat ik het zie • this is the first time I have seen iteen enkele keer • once or twicegeen enkele keer • not oncevoor de laatste keer • for the last timevolgende keer beter! • better luck next time!de vorige/laatste keer dat hij hier was • when he was last here, (the) last time he was herenu moet je toch eens een keer ophouden • and now it's about time you stopped(op) een andere keer • another timedeze (ene) keer hield iedereen nu eens zijn mond • for once everybody kept quietnou vooruit, voor deze keer dan! • all right then, but just this once!de ene keer (is het) dit, de andere keer dat • now it's this and then it's thatnog een keer(tje) • (once) again, once morekeer op keer • time after time, time and againper keer • a timeanderhalf keer zoveel • half as much/many again(op) een keer • one dayeen keer te veel • once too oftendat is één keer en nooit meer • never againéén enkele keer, slechts één keer • only onceéén keer moet de eerste zijn • there is a first time for everything(het lukte hem) in één keer • (he did it) in one gowe hebben alles in één keer betaald • we paid for everything outright(meteen) de eerste keer al • right offnegen van de tien keer • nine times out of tendat heb ik nu al tien/honderd keer gehoord • I've already heard that I don't know how many times/a hundred timestwee keer • twicedat zal me geen tweede keer gebeuren! • I'll make sure that doesn't happen againvoor mijn part is hij twintig keer burgemeester • he can be mayor twenty times over for all I carede zoveelste keer • the umpteenth time -
5 deze auto is drie keer van eigenaar veranderd
deze auto is drie keer van eigenaar veranderdDeens-Russisch woordenboek > deze auto is drie keer van eigenaar veranderd
-
6 deze (ene) keer hield iedereen nu eens zijn mond
deze (ene) keer hield iedereen nu eens zijn mondVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > deze (ene) keer hield iedereen nu eens zijn mond
-
7 deze auto is drie keer van eigenaar veranderd
deze auto is drie keer van eigenaar veranderdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > deze auto is drie keer van eigenaar veranderd
-
8 twee keer zo groot als deze kamer
twee keer zo groot als deze kamerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > twee keer zo groot als deze kamer
-
9 this time
deze keer -
10 coup
coup [koe]〈m.〉1 slag ⇒ klap, steek, stoot, (plotselinge, korte, abrupte) beweging/GRAMT.♦voorbeelden:d'un coup d'aile • in een rukd'un coup de baguette (magique) • als bij toverslag〈 informeel〉 un coup de bambou • een zonnesteek; een vlaag van waanzincoup de barre • 〈 scheepvaart〉ruk aan het roer, plotselinge verandering; 〈 figuurlijk〉plotselinge vermoeidheid, hoge rekeningcoup de bec • snauw, sneerdonner un coup de brosse à qc. • iets (even) afborstelencoup de canon • kanonschotcoup de chance • gelukkig toeval, meevallercoup de chien • plotselinge storm; oproerdonner un coup de collier • er flink tegenaan gaanavoir un joli coup de crayon • goed (kunnen) tekenencoup de désespoir • wanhoopsdaadcoup d'éclat • meesterlijke zet〈 figuurlijk〉 un coup d'épée dans l'eau • een slag in de lucht, verspilde moeitecoup d'essai • eerste poging, begincoup d'Etat • staatsgreepboire le coup de l'étrier • een glaasje op de valreep drinkendonner un coup de fer à qc. • iets even opstrijkencoup de feu • schotcoup de fil • telefoontjecoup de folie • onbezonnen daad, aanval van waanzincoup de force • gewelddaad, overrompeling, coup de forcecoup de foudre • donderslag; 〈 figuurlijk〉liefde op het eerste gezicht, onverwachte ramp, slechte tijding〈 figuurlijk〉 donner un coup de fouet • aansporen, oppeppencoup de froid • verkoudheidcoup de gosier • schreeuwdonner, pousser un coup de gueule • losbrullen, een bek opzettencoup de hasard • bof, meevallercoup de langue • bitse, hatelijke opmerkingun petit, un dernier coup de lime • de laatste hand, de afwerkingcoup de main • hulp, handreiking, steun; 〈 leger〉overrompeling, aanslagdonner un coup de main • een handje helpenfaire un coup de main • een aanslag plegenavoir le coup de main • de vaardigheid hebben〈 figuurlijk〉 〈 informeel〉 recevoir le coup de masse • een zware klap (te verwerken) krijgen 〈 emoties〉〈 figuurlijk〉 un coup de massue • een harde slag, een gevoelige slagcoup de mer • stortzee, zware golfcoup d'oeil • blik, oogopslag, uitzichtavoir le coup d'oeil • kijk op de dingen hebbendu premier coup d'oeil • op het eerste gezichtjeter un coup d'oeil (rapide) sur qc. • een vluchtige blik op iets werpen〈 figuurlijk〉 coup de patte • veeg uit de pan, trap nace peintre a le coup de patte • deze schilder kan aardig met het penseel overwegse donner un coup de peigne • een kam door z'n haar halencoup de pied • trap, schopcasser des vitres à coups de pierre • ruiten ingooientuer qn. à coups de pierres • iemand stenigendonner un coup de piston à qn. • iemand aan een baantje helpencoup de poing • stomp, vuistslagcoup de poing (américain) • boksbeugel〈 informeel〉 avoir le, un coup de pompe • de man met de hamer tegenkomen, opeens niet meer kunnen〈 informeel〉 coup de pompe • man met de hamer, plotselinge uitputting, vermoeidheidun coup de pot • mazzel, gelukdonner le coup de pouce • de laatste hand aan iets leggencoup de poussière • mijngasontploffingon lui a fait le coup du presse-citron • ze hebben hem als een citroen uitgeknepencoup de pub • reclamestuntcoup de réparation • strafschopcoup de sang • beroerte, plotselinge woedecoup de semonce • schot voor de boegcoup de sifflet • fluitsignaalcoup de soleil • zonnesteek; zonnebrandcoup du sort • speling van het lot, tegenslagdonner un coup de téléphone à qn. • iemand opbellencoup de théâtre • plotselinge ommekeer, onverwachte wendingse flanquer un coup de torchon • vechtendonner un coup de tube à qn. • iemand een telefoontje gevencoup de veine • geluk, gelukkig toevalcoup de vent • rukwind, windstootcheveux en coup de vent • slordig, los zittend haarentrer en coup de vent • binnenstormencoup bas • stoot onder de gordelêtre aux cent coups • in alle staten zijn, doodsangsten uitstaandonner le dernier coup, le coup décisif • de genadeslag geven〈 informeel〉 coup fourré • gemene, onverwachte streek, luizenstreek〈 sport en spel〉 coup franc • vrije trap, slagmauvais coup • gemene streek, lelijke klapcoup monté • afgesproken werk, doorgestoken kaart〈 informeel〉 sale coup • rotstreek; zware slagcoup sec • droge knal, klap〈 figuurlijk〉 accuser le coup • de klap incasseren, er een klap van krijgenavoir le coup • er de slag van hebben〈 informeel〉 avoir un coup dans l'aile, dans le nez • (licht) aangeschoten zijn, te diep in het glaasje gekeken hebben〈 informeel〉 boire un coup • iets drinken, er eentje nemencalculer son coup • de zaak precies uitrekenen, uitkienencompter les coups • alleen maar toekijken, neutraal zijn〈 informeel〉 discuter le coup • babbelen, kletsen〈 informeel〉 être dans le coup • er bij betrokken zijn, er van wetenexpliquer le coup • de toestand, gang van zaken uiteenzettenfaire coup double • twee vliegen in één klap slaanfaire les cent coups, les quatre cents coups • een losbandig, rusteloos leven leiden, erop los leven, van alles uithalen 〈 kind〉en ficher, mettre un coup • flink de handen uit de mouwen stekenne pas en ficher un coup • geen klap uitvoerenfrapper des coups en l'air • vergeefse moeite doenfrapper un grand coup • een zware slag toebrengen, een grote slag slaanfrapper à coups redoublés • hard en vaak slaanmarquer le coup • een bijzonderheid benadrukken, een bepaalde gebeurtenis niet ongemerkt voorbij laten gaanmaintenant j'ai pris le coup • nu weet ik hoe het moetil en a pris un coup • dat heeft hem geen goed gedaanrendre coup pour coup • een klap, slag teruggevenrisquer, tenter le coup • het erop wagentenir le coup • standhouden, het uithoudenvaloir le coup • de moeite lonen, waard zijnen venir aux coups • handgemeen wordenà coup sûr • vast en zeker, beslistà tous (les) coups, à tout coup • telkens, bij elke gelegenheidtout à coup • plotselingaprès coup • naderhand, achterafau, du premier coup • bij de eerste keerau coup de midi • klokslag 12 uurd' un (seul) coup • in één keer, plotselingtout d' un coup • ineens, plotselingdu coup • bijgevolg, daaromdu même coup • tegelijkertijd, bij diezelfde gelegenheidêtre hors du coup • nergens vanaf wetenau coup par coup • een voor eenpour le coup • deze keer〈 juridisch〉 pour coups et blessures • vanwege toegebracht lichamelijk letsel; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 voor slagen en verwondingensous le coup de • onder de invloed, dreiging vansur le coup • op slag, onmiddellijk, meteensur le coup de midi • klokslag 12 uurcoup sur coup • achtereenvolgens, vlak na elkaar→ pierrem1) slag, klap, klop, steek, stoot, bons, dreun, trap, schop2) snee3) beet4) ruk5) worp6) daad, streek7) teug, slok8) zet -
11 этот раз
-
12 I hope my number will come up this time
ik hoop dat mijn nummer deze keer wint/uitkomtEnglish-Dutch dictionary > I hope my number will come up this time
-
13 come up
opkomen, naar boven komencome up1 opkomen ⇒ (naar) boven komen, opdoemen2 uitkomen ⇒ opschieten, kiemen4 gebeuren ⇒ voorkomen, zich voordoen8 voorkomen 〈 van rechtszaak〉10 〈 Brits-Engels〉 aan de universiteit komen ⇒ gaan studeren, student worden, eerstejaars zijn 〈 voornamelijk Oxford, Cambridge〉♦voorbeelden:come up in the world • vooruitkomen in de wereld9 I hope my number will come up this time • ik hoop dat mijn nummer deze keer wint/uitkomtcome up against • in conflict komen metour holiday didn't come up to our expectations • onze vakantie viel tegen〈 informeel〉 you'll have to come up with a better answer • je zult met een beter antwoord op de proppen moeten komen -
14 fob off
-
15 however
adv. hoe dan ook, echter--------conj. hoe?1 〈 bijwoord〉hoe … ook ⇒ hoe dan ook, op welke wijze ook3 〈bijwoord; informeel〉hoe (in 's hemelsnaam/toch)4 〈 voegwoord〉hoe … maar ⇒ zoals … maar♦voorbeelden:1 however you travel, you will be tired • hoe je ook reist, je zult moe zijn2 I wanted to buy it; however, I decided not to • ik wilde het kopen, toch besloot ik het niet te doenthis time, however, he meant what he said • deze keer echter meende hij het3 however did you manage to come? • hoe ben je erin geslaagd te komen?however he tried, it wouldn't go in • hoe hij het ook probeerde, het wilde er niet in -
16 we won't be fobbed off this time
-
17 pour le coup
pour le coup -
18 этот раз
-
19 winnen
1 [als overwinnaar te voorschijn komen (uit)] win2 [vorderen, voorkomen] win, gain3 [winst maken] make a profit♦voorbeelden:ik hoop dat mijn nummer deze keer wint • I hope my number will come up this timeop het winnende paard wedden • pick the winnerde slag winnen • carry/save/win the dayde wedstrijd moeiteloos winnen • win the match/competition/race hands down; 〈 bij paardenrennen ook〉 run away with the raceje kan niet altijd winnen • you can't win them allzij wint het steeds in hun ruzies • she always gets the better of their fightswinnen bij het kaarten • win at cardswinnen met 7-2 • win 7-2, win by 7 goals/points to 2met twee lengten winnen • win by two lengthseen goede kans maken om te winnen • have a good chance of winningwinnen op punten • win on points(het) winnen van iemand • beat someone, have the best of someonehij wint het van Sam • he has it over Samaan gewicht winnen • gain weightin/aan duidelijkheid winnen • gain in clearnesshij had tien meter op zijn voorligger gewonnen • he had gained ten metres on the man/car/horse in frontII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 kolen winnen • extract/mine coalland winnen • reclaim/recover landzand winnen • extract sandzout uit zeewater winnen • obtain salt from sea watermetaal uit erts winnen • win metal from oreonze aandelen hebben vijf punten gewonnen • our shares have gained/put on five pointsstemmen winnen • pull voteshij heeft er niet veel bij gewonnen • he hasn't gained much by itdrie zetels op de Conservatieven winnen • win three seats from the Conservativesiemand voor zich winnen • win someone overiemand winnen voor een plan • win someone over to one's plan -
20 diesmal
diesmal
См. также в других словарях:
Grammaire néerlandaise — le contexte de l article peut être trouvé dans les articles suivants : Grammaire et Néerlandais. Sommaire 1 Morphologie 1.1 Le déterminant 1.2 L article 1.2.1 Het ou … Wikipédia en Français
Grammaire Néerlandaise — le contexte de l article peut être trouvé dans les articles suivants : Grammaire et Néerlandais. Sommaire 1 Morphologie 1.1 Le déterminant 1.2 L article 1.2.1 … Wikipédia en Français
Grammaire neerlandaise — Grammaire néerlandaise le contexte de l article peut être trouvé dans les articles suivants : Grammaire et Néerlandais. Sommaire 1 Morphologie 1.1 Le déterminant 1.2 L article 1.2.1 … Wikipédia en Français
Francisation de Bruxelles — Emplacement en Belgique de Bruxelles, enclave officiellement bilingue au sein de la Flandre néerlandophone[1] … Wikipédia en Français
Johan Derksen — Infobox Person name = Johan Derksen residence = flagicon|Netherlands Haastrecht, Netherlands other names = imagesize = caption = Derksen in 2007 birth name = Johannes Gerrit Derksen birth date = Birth date|1949|1|31 birth place = Heteren,… … Wikipedia
Wim Meutstege — Willem Jan „Wim“ Meutstege (* 28. Juli 1952 in Lochem) ist ein niederländischer ehemaliger Fußballspieler. Er war für Excelsior und Sparta aus Rotterdam sowie für den AFC Ajax aus Amsterdam in der Eredivisie aktiv und wurde einmal in der… … Deutsch Wikipedia
Herman Brusselmans — Infobox Writer name = Herman Brusselmans imagesize = 250px caption = Brusselmans in the movie Camping Cosmos pseudonym = birthdate = birth date and age|1957|10|9 birthplace = Hamme, Belgium deathdate = deathplace = occupation = Writer nationality … Wikipedia
HD DVD — Media type High density optical disc Encoding … Wikipedia
Herman Brusselmans — (* 9. Oktober 1957 in Hamme, Belgien) ist ein flämisch belgischer Schriftsteller, Dichter, Verfasser von Theaterstücken und Kolumnist. Er lebt in Gent. Biog … Deutsch Wikipedia
Нидерланды на конкурсе песни Евровидение — Нидерланды ТВ канал … Википедия
Ding — 1. Acht Dinge bringen in die Wirthschaft Weh: Theater, Putzsucht, Ball und Thee, Cigarren, Pfeife, Bierglas und Kaffee. 2. Acht Dinge haben von Natur Feindschaft gegeneinander: der Bauer und der Wolf, Katze und Maus, Habicht und Taube, Storch und … Deutsches Sprichwörter-Lexikon